De eerste tempels

Fenna kreeg van de kok bij het ontbijt een mooi papieren bootje. Later op de dag zouden we zo'n boot met half ronde kap op de rivier zien varen. Jasper en Lucas mochten de koikarpers van het hotel voeren en na nog een kamerruil zodat we nu allemaal op dezelfde verdieping zitten, konden we op pad.

Puf puf, dat paleis was in die warmte toch verder lopen dan gedacht. Fenna had toen we de paleismuur hadden bereikt al tien keer gevraagd wanneer we naar het zwembad zouden gaan.
De wandeling moest eerst beloond worden met een ijskoude fruitdrank. We streken neer bij de koffiebar van het ministerie van defensie. Aan het middelste tafeltje zaten vier militairen, dus wij namen de twee buitenste tafeltjes op het terras. Ze vroegen nog even waar we vandaan komen en keuvelden en rookten toen rustig verder. Alleen voor een hogere baas sprongen ze even in de houding.

We besloten eerst naar de Wat Po te gaan, de tempel met de liggende gouden boeddha van 42 m lang. We kochten zes kaartjes en Fenna hoefde alleen de portier een handje te geven. De Thai zijn allemaal dol op haar!
Lucas en Jasper poseerden nog even naast een stoere wachter en daarna gingen we met onze schoenen in een speciaal tasje 42 meter lang boeddha bewonderen. Jasper vond de dikke Chineze boeddha met een offer van munten in zijn navel toch wel het leukste.
Even later kwamen we Barbara - een collega van Evert - met haar gezin tegen. We wisten dat zij ook in Thailand zijn, maar toch grappig dat je elkaar in een miljoenenstad tegenkomt.
De kinderen vonden het leuk om bladgoud te offeren. Nadat ze de dunne blaadjes met veel moeite op een boeddha hadden geplakt, knielden de jongens om een wens te doen.
We besloten het paleis voor een andere dag te bewaren en gingen met de boot over de rivier weer terug naar het hotel. Even inkopen bij de Seven Eleven (koekjes, Singha, yoghurtdrank) en daarna allemaal lekker zwemmen. 's Avonds at Fenna met veel smaak een bord pasta bij de Macaroniclub. Met een lekker loungemuziekje was het daar goed toeven.